Nutritionele aanpak van gehospitaliseerde kinderen in België
Dit vervolgonderzoek gaat over de nutritionele aanpak bij gehospitaliseerde kinderen in Belgische ziekenhuizen. Er werd gepeild naar onder meer de aanwezigheid en rol van diëtisten, de gebruiken voor screening naar en aanpak van ondervoeding en de opvolging na ontslag uit het ziekenhuis. Er werd een positieve maar beperkte verbetering van de nutritionele aanpak waargenomen. Verschillende barrières die reeds in het eerste onderzoek werden vastgesteld, werden ook vastgesteld in dit vervolgonderzoek.
Ziekte-gerelateerde ondervoeding bij gehospitaliseerde kinderen blijft een aandachtspunt met verschillende nadelige gevolgen waaronder een hoger risico op complicaties, een langer ziekenhuisverblijf en bijgevolg hogere gezondheidskosten. Hierdoor is het voorkomen en tijdig opsporen van ziekte-gerelateerde ondervoeding van groot belang en dient er een goede nutritionele aanpak voorhanden te zijn in de ziekenhuizen. In dit onderzoek werd aan 90 Belgische pediatrische ziekenhuisafdelingen gevraagd op welke manier de gehospitaliseerde kinderen gescreend worden op ondervoeding, hoe dit wordt aangepakt en wat de rol van de diëtiste hierin is. Er werd ook navraag gedaan naar de mogelijke barrières die de zorgverleners ondervinden bij het aanbieden van een adequate nutritionele zorg, alsook naar interesse in bijkomende opleiding. De antwoorden werden vergeleken met deze uit 2014 zodat ook kan nagegaan worden of de aanbevelingen van een werkgroep van ESPGHAN een belangrijke impact hebben op de dagelijkse praktijk.
Belangrijkste inzichten:
- Systematische screening naar de voedingsstatus van een patiënt, gebeurt in 32,8% van de bevraagde ziekenhuizen.
- De meerderheid van de deelnemende ziekenhuizen (59%) gaf aan enkel te screenen indien er een klinisch vermoeden was van ondervoeding of moeilijkheden tijdens het eten.
- De meerderheid van de deelnemende ziekenhuizen (67,2%) gebruikte voor de screening geen screening tools. De ziekenhuizen waar er wel gescreend werd, maakten voornamelijk gebruik van de tool, STRONGkids (29,5%).
- De meest voorkomende barrières om te screenen op ondervoeding waren het gebrek aan tijd en kennis en een tekort aan personeel.
- De meest voorkomende barrières om de voedingstoestand te objectiveren waren eveneens gebrek aan tijd en kennis.
- Bij de barrières om malnutritie aan te pakken, werd naast gebrek aan tijd en kennis , ook het ontbreken van terugbetaling van de behandeling als een belangrijke reden gegeven.
- Slechts 19,7% van de deelnemende ziekenhuizen heeft een protocol voor de behandeling rond ondervoeding.
- 91,8% van de deelnemers gaven aan geïnteresseerd te zijn in een workshop om voedingszorg te verbeteren waarbij 83,6% interesse toont voor een uitgewerkt protocol en 82% voor opleiding in een klinische setting.
- Hoewel het aantal diëtisten is toegenomen t.o.v. 2014, tonen de resultaten dat zij toch niet steeds systematisch bij de nutritionele aanpak van gehospitaliseerde patiënten betrokken zijn.
- Dit onderzoek laat een bemoedigende, maar nog beperkte vooruitgang zien in de de nutritionele aanpak in Belgische pediatrische afdelingen. Er lijkt een groeiend bewustzijn van ondervoeding. Echter, er blijven aanzienlijke verbeterpunten bestaan, zoals de betrokkenheid van diëtisten in de klinische praktijk en het gebruik van gestandaardiseerde protocollen voor screening, voedingsbeoordeling en beheer.
Indien u graag meer info wenst, kan u hier de link naar het artikel terugvinden.
Referentie: Destoop, M., Vandenplas, Y., Raes, M., Hauser, B., De Greef, E. & Huysentruyt, K. (2025). Nutritional Care of Hospitalized Children in Belgium: A Follow-Up Survey. Nutrients. 18;17(4):718. doi: 10.3390/nu17040718.

