Sorry, you need to enable JavaScript to visit this website.

Deze website is exclusief voor zorgprofessionals in Nederland en België

Taal:

Open Menu
Custom Class
item--scientific-publications

Nutritionele aanpak van gehospitaliseerde kinderen in België

Dit vervolgonderzoek gaat over de nutritionele aanpak bij gehospitaliseerde kinderen in Belgische ziekenhuizen. Er werd gepeild naar onder meer de aanwezigheid en rol van diëtisten, de gebruiken voor screening naar en aanpak van ondervoeding en de opvolging na ontslag uit het ziekenhuis. Er werd een positieve maar beperkte verbetering van de nutritionele aanpak waargenomen. Verschillende barrières die reeds in het eerste onderzoek werden vastgesteld, werden ook vastgesteld in dit vervolgonderzoek.

Ziekte-gerelateerde ondervoeding bij gehospitaliseerde kinderen blijft een aandachtspunt met verschillende nadelige gevolgen waaronder een hoger risico op complicaties, een langer ziekenhuisverblijf en bijgevolg hogere gezondheidskosten. Hierdoor is het voorkomen en tijdig opsporen van ziekte-gerelateerde ondervoeding van groot belang en dient er een goede nutritionele aanpak voorhanden te zijn in de ziekenhuizen. In dit onderzoek werd aan 90 Belgische pediatrische ziekenhuisafdelingen gevraagd op welke manier de gehospitaliseerde kinderen gescreend worden op ondervoeding, hoe dit wordt aangepakt en wat de rol van de diëtiste hierin is. Er werd ook navraag gedaan naar de mogelijke barrières die de zorgverleners ondervinden bij het aanbieden van een adequate nutritionele zorg, alsook naar interesse in bijkomende opleiding. De antwoorden werden vergeleken met deze uit 2014 zodat ook kan nagegaan worden of de aanbevelingen van een werkgroep van ESPGHAN een belangrijke impact hebben op de dagelijkse praktijk. 

Belangrijkste inzichten: 

  • Systematische screening naar de voedingsstatus van een patiënt, gebeurt in 32,8% van de bevraagde ziekenhuizen.
  • De meerderheid van de deelnemende ziekenhuizen (59%) gaf aan enkel te screenen indien er een klinisch vermoeden was van ondervoeding of moeilijkheden tijdens het eten.
  • De meerderheid van de deelnemende ziekenhuizen (67,2%) gebruikte voor de screening geen screening tools. De ziekenhuizen waar er wel gescreend werd, maakten voornamelijk gebruik van de tool, STRONGkids (29,5%).
  • De meest voorkomende barrières om te screenen op ondervoeding waren het gebrek aan tijd en kennis en een tekort aan personeel.
  • De meest voorkomende barrières om de voedingstoestand te objectiveren waren eveneens gebrek aan tijd en kennis.
  • Bij de barrières om malnutritie aan te pakken, werd naast gebrek aan tijd en kennis , ook het ontbreken van terugbetaling van de behandeling als een belangrijke reden gegeven.
  • Slechts 19,7% van de deelnemende ziekenhuizen heeft een protocol voor de behandeling rond ondervoeding.
  • 91,8% van de deelnemers gaven aan geïnteresseerd te zijn in een workshop om voedingszorg te verbeteren waarbij 83,6% interesse toont voor een uitgewerkt protocol en 82% voor opleiding in een klinische setting.
  • Hoewel het aantal diëtisten is toegenomen t.o.v. 2014, tonen de resultaten dat zij toch niet steeds systematisch bij de nutritionele aanpak van gehospitaliseerde patiënten betrokken zijn.
  • Dit onderzoek laat een bemoedigende, maar nog beperkte vooruitgang zien in de de nutritionele aanpak in Belgische pediatrische afdelingen. Er lijkt een groeiend bewustzijn van ondervoeding. Echter, er blijven aanzienlijke verbeterpunten bestaan, zoals de betrokkenheid van diëtisten in de klinische praktijk en het gebruik van gestandaardiseerde protocollen voor screening, voedingsbeoordeling en beheer.

Indien u graag meer info wenst, kan u hier de link naar het artikel terugvinden.

Referentie: Destoop, M., Vandenplas, Y., Raes, M., Hauser, B., De Greef, E. & Huysentruyt, K. (2025). Nutritional Care of Hospitalized Children in Belgium: A Follow-Up Survey. Nutrients. 18;17(4):718. doi: 10.3390/nu17040718.

Marlies Destoop
Destoop et al. 2025
Main Category
Article Type
Image Type Desktop
Destoop et al. 2025
Medical Speciality
Anonymous access
Uit

2025 ECCO-richtlijnen voor de voedingsbehandeling van Crohn

De 2025 ECCO-richtlijnen voor de voedingsbehandeling van de ziekte van Crohn zijn nu beschikbaar. Deze richtlijnen markeren een belangrijke stap in de behandeling van inflammatoire darmziekten en benadrukken de effectiviteit van exclusieve enterale voeding (EEN), partiële enterale voeding (PEN) en het Crohn’s Disease Exclusion Diet (CDED). Ontdek de kernpunten en praktische aanbevelingen die u kunnen ondersteunen in uw rol als zorgprofessional. Raadpleeg de richtlijnen voor uitgebreide informatie en inzichten.

Met trots kondigen wij de publicatie aan van de meest recente ECCO-richtlijnen (European Crohn’s and Colitis Organisation) voor de voedingsbehandeling van de ziekte van Crohn, die nu beschikbaar zijn.

Na de ESPEN-richtlijnen van vorig jaar markeert deze update een belangrijke mijlpaal in de behandeling van inflammatoire darmziekten. Ze benadrukken de groeiende erkenning door ECCO — de vooraanstaande wetenschappelijke organisatie in dit vakgebied — van de waarde van exclusieve enterale voeding (EEN), partiële enterale voeding (PEN) en het Crohn’s Disease Exclusion Diet (CDED) gecombineerd met PEN bij het behandelen van de ziekte van Crohn.

 

Kernpunten uit de richtlijnen:
 

  • Statement 3.1 - EEN voor remissie-inductie: Exclusieve enterale voeding blijkt effectief te zijn in het induceren van zowel klinische als endoscopische remissie bij kinderen [EL1]* en volwassenen [EL2] met milde tot matige ziekte. [96.6% consensus]  
  • Statement 3.2 - PEN in hoge volumes: Partiële enterale voeding kan de ziekte-activiteit verbeteren; optimale dosering behoeft nog nadere vaststelling. Een PEN-dosering van ≤50% wordt afgeraden voor remissie-inductie [EL3]. [90.0% consensus]
  • Statement 4.1 - PEN voor onderhoud: Voor het behoud van remissie kan PEN worden ingezet, ook als aanvulling op medicamenteuze therapie. Het bewijs is het sterkst bij inname van meer dan 35% van de dagelijkse energiebehoefte via PEN [EL2]. [96% consensus]
  • Statement 5.1 - CDED met PEN: Het Crohn’s Disease Exclusion Diet in combinatie met PEN wordt aanbevolen voor remissie-inductie bij kinderen [EL2] en kan overwogen worden bij volwassenen [EL3] met milde tot matige ziekte. [100% consensus] 

 

Deze richtlijnen bieden praktische, evidentie-gebaseerde aanbevelingen die u kunnen ondersteunen in uw rol als behandelaar van patiënten met de ziekte van Crohn.

 

Voor het volledige overzicht en meer informatie nodigen wij u uit de richtlijnen te raadplegen via de onderstaande link.

Om de volledige richtlijnen te bekijken, klik hier.

 

* a level of evidence [EL] score

Svolos V, Gordon H, Lomer MCE, Aloi M, Bancil A, Day AS, Day AS, Fitzpatrick JA, Gerasimidis K, Gkikas K, Godny L, Hedin CRH, Katsanos K, Narula N, Russell RK, Sarbagili-Shabat C, Segal JP, Sigall-Boneh R, Sokol H, Wall CL, Whelan K, Wine E, Yanai H, Hansen R, Halmos EP. ECCO Consensus on Dietary Management of Inflammatory Bowel Disease. J Crohns Colitis. 2025 Jul 12:jjaf122. doi: 10.1093/ecco-jcc/jjaf122

ECCO richtlijnen 2025
Main Category
Article Type
Image Type Desktop
ECCO richtlijnen 2025
Medical Speciality
Anonymous access
Uit

Compleat Paediatric als eerste lijns therapie

Sondevoeding op basis van echte ingrediënten: een trend of niet? Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat het meer is dan alleen een trend. Steeds meer diëtisten gebruiken dergelijke sondevoedingen als eerste keus. Waarom? Lees er hier meer over!

Blended diet lijkt volgens recente studies beter te worden getolereerd in verschillene patiënten populaties dan standaard sondevoedingen. Het is echter niet voor iedereen mogelijk om -al dan niet 100%- over te gaan op blended diet (fijn gemalen voeding, geschikt om door een sonde te gegeven te worden). Om patiënten, ouders en kinderen tegemoet te komen bestaan er daarom sondevoedingen die geïnspireerd zijn op dit principe. Deze sondevoedingen bevatten ingrediënten van echte, herkenbare voeding. In deze studie werd gekeken hoe er op dit moment wordt omgegaan met dergelijke formules in een specialistisch kinderziekenhuis in het Verenigd Koninkrijk.


Belangrijkste resultaten uit deze studie op een rij: 
In totaal werden er 70 kinderen geïncludeerd in deze studie. Uit eerdere studies bleek al dat de switch naar Compleat Paediatric gastro-intestinale (GI) klachten kon verlichten*, vergelijkbare resultaten werden wederom gevonden in dit onderzoek (Figuur 1).

 

Figuur 1. Gerapporteerde GI symptomen voor en na de switch naar Compleat Paediatric. Deze resultaten waren al zichtbaar na slechts 7 dagen.

 Figuur 1. Gerapporteerde GI symptomen voor en na de switch naar Compleat Paediatric. Deze resultaten waren al zichtbaar na slechts 7 dagen.

 

In het gespecialiseerde kinderziekenhuis werden sondevoedingen op basis van echte ingrediënten met name ingezet bij kinderen die GI klachten vertoonden. Er bleek tevens dat steeds meer diëtisten dergelijke formules standaard als eerste keuze inzetten.


Aanbevelingen opgesteld in de publicate op basis van de gevonden resultaten:  
 

  1. Gebruik Compleat Paediatric als 1ste lijn therapie zonder onderliggende GI symptomen.
  2. Gebruik Compleat Paediatric in een acute klinische setting als een compromis wanneer ouders vragen om blended diet.
  3. Gebruik Compleat Paediatric voor kinderen met GI symptomen die de huidige sondevoeding niet goed verdragen.

     

Meer weten? Bekijk dan onderstaande Engelstalige samenvatting of lees hier de volledige studie.

 

Deze browser ondersteunt geen PDF's. Download de PDF om deze te bekijken: Download PDF.

* Wilt u meer weten over deze andere studies? Neem dan contact met ons op!

 

Referentie: O'Connor G et al. J Hum Nutr Diet. 2025 Feb;38(1):e13374. doi: 10.1111/jhn.13374.

O'Connor et al. 2025
O'Connor et al. 2025
Article Type
Image Type Desktop
O'Connor et al. 2025
Medical Speciality
Anonymous access
Uit

De ontwikkeling van de gastro-intestinale disfunctie score

Het is van groot belang om de gastro-intestinale (GI) functie bij kritiek zieke patiënten te bepalen. Tot op heden is er echter geen gevalideerde tool beschikbaar om dat te kunnen doen. De "Gastrointestinal Dysfunction Score" (GIDS), ontwikkeld in 2021, kan hier mogelijk verandering in  brengen... Meer weten? Lees hier een korte samenvatting van het bijbehorende artikel. Daarnaast vind je hier ook de Nederlandse vertaling van de GIDS terug. 

Introductie 

Hoewel al jaren bekend is dat de gastro-intestinale (GI) functie bij kritiek zieke patiënten van grote relevantie is, bestaat er nog geen gevalideerde klinische tool om GI disfunctie te monitoren. Doordat er gewerkt wordt met subjectieve klinische beoordelingen en er een gebrek is aan uniforme definities en biomarkers blijkt de ontwikkeling van een dergelijke tool lastig. In een consensus paper uit 2012 werden simpele definities van GI symptomen gedefinieerd, evenals de definitie van "Acute Gastrointestional Injury" (AGI; acuut gastro-intestionaal letsel). De definitie van AGI bestaat uit 4 ernstniveaus gebaseerd op de beschikbare informatie en deskundige beoordeling. De AGI-waardering werd ontwikkeld om zo meer grip te krijgen op het niet goed functioneren van het maagdarmkanaal in kritiek zieke patiënten, wat zich soms uit als (onderdeel van) meervoudige orgaanfunctiestoornissen. Hoewel AGI een geschikte methode is om een inschatting te geven van de mate van GI disfunctie, is het nog altijd een erg subjectieve methode. Daarnaast wordt er gefocust op 'voedingsintolerantie', een slecht gedefinieerd concept dat sterk afhankelijk is van de lokale voedingsprocedure. Er blijkt dus nog altijd behoefte aan een duidelijk score systeem voor GI disfunctie, met minimale subjectiviteit en maximale reproduceerdbaarheid. In deze studie werd een dergelijk systeem beoordeeld. Het idee is dat deze score: de "Gastrointestinal Dysfunction Score" (GIDS), ofwel op zichzelf gebruikt kan worden om een dergelijke beoordeling te doen, ofwel in combinatie met de "Sequential Organ Failure Assessment" (SOFA) score (Figuur 1). 

 

Sofa score Nederlands

 

Figuur 1. Vertaalde versie van "Sequential Organ Failure Assessment" (SOFA) score, verkregen van Jones AE et al. Crit Care Med. 2009 May;37(5):1649-54. Afkortingen: MAP - mean arterial pressure, SaO2 - perifere arteriële zuurstofverzadiging. aDe PaO2/FIO2-ratio werd bij voorkeur gebruikt. Indien niet beschikbaar, werd de SaO2/FIO2-ratio gebruikt. bVasoactieve medicatie toegediend gedurende ten minste 1 uur (dopamine en noradrenaline μg/kg/min) 

 

De GIDS scorelijst 

De GIDS werd opgesteld in samenwerking tussen 11 intensive care units uit 9 verschillende landen. In totaal werden er 540 patiënten geïncludeerd (median leeftijd: 65 jaar) waarbij de nieuwe GIDS scorelijst werd afgenomen (al dan niet in combinatie met de SOFA score). De resultaten tonen aan dat de GIDS een significante impact heeft op de sterftevoorspelling. Daarnaast werd aangetoond dat de GIDS onafhankelijk geassocieerd kan worden met sterfte wanneer deze in combinatie met de SOFA-score wordt getest. Kortom, de GIDS kan worden gebruikt als een op zichzelf staande score of in combinatie met de SOFA-score. Er werd zelfs aangetoond dat de GIDS de voorspellende kracht van de SOFA-score kan verbeteren. De focus hierbij lag op de voorspelling van de 28- en 90-dagen mortaliteit, deze uitkomstmate werd gekozen omdat de SOFA score is gevalideerd met deze waarden. De vertaling van de GIDS kan hieronder worden terug gevonden. De GIDS volgt de rationaal van de AGI waardering, maar gebruikt hierbij een meer gestructureerde aanpak en vraagt om minder subjectieve gegevens. Hoewel deze studie aangeeft dat het gebruik van de GIDS in de praktijk veelbelovend is, moet de validatie van de score nog plaatsvinden, vervolgonderzoek zal dus uitwijzen of de GIDS inderdaad aanbevolen kan worden voor evaluatie van de GI disfunctie in kritisch zieke patiënten. 

Overzicht van de vertaalde versie van de GIDS: 

 

Sofa score Nederlands

 

Dit artikel is volledig gebaseerd op de publicatie: Reintam Blaser A, et al. Clin Nutr. 2021 Aug;40(8):4932-4940. doi: 10.1016/j.clnu.2021.07.015.

Blaser et al 2021
Article Type
Image Type Desktop
Blaser et al 2021
Medical Speciality
Anonymous access
Uit

Peptamen: betere tolerantie & glycemische controle

Wist u dat 75% van de patiënten op de IC te maken krijgt met gastro-intestinale (GI) intolerantie? 

Uit deze studie, waarin bijna 20.000 patiënten onderzocht werden, blijkt dat 100% wei-eiwit gebaseerde sondevoedingen met ≥50% MCT mogelijk voor verlichting zou kunnen zorgen, niet alleen op het vlak van GI tolerantie, maar ook t.o.v. glycemische controle, ondervoeding en gewichtsverlies. Meer weten? Bekijk hier de volledige samenvatting van deze studie.

Introductie 

Maar liefst één op de drie patiënten in het ziekenhuis krijgt te maken met gastro-intestinale (GI) voedingsintolerantie. Op de intensive care (IC) is de prevalentie zelfs nog hoger: tot 75% van de patiënten op de IC krijgt te maken met GI intolerantie. Dergelijke intoleranties zijn verbonden aan slechtere klinische uitkomsten, een hoger risico op ondervoeding en ook de medische kosten zijn hoger! De patiënten blijven door deze intoleranties langer in het ziekenhuis, hebben meer hulp van de verpleging nodig en gebruiken vaak meer medicatie. Om de GI en metabole tolerantie te verhogen worden er speciale 100% wei-gebaseerde enterale voedingen met ≥50% MCTs (Peptamen®) voorgeschreven die mogelijk voor verlichting kunnen zorgen bij deze patiënten - en dat is precies de hypothese van deze studie! 

 

Onderzoeksgroepen

In deze retrospectieve, cross-sectionele studie werden volwassenen (≥18 jaar) onderzocht die werden opgenomen op de IC tussen oktober 2015 en oktober 2019. Deze patiënten werden onderverdeeld in 3 groepen:

  1. Sondevoeding op basis van partieel gehydrolyseerde 100% wei-eiwitten met ≥50% MCTs (Peptamen®): n = 3242
  2. Andere peptide-gebaseerde sondevoedingen: n = 3121
  3. Sondevoedingen op basis van intacte eiwitten: n = 13316

 

Belangrijkste resultaten op een rij: 

Nguyen 2024 resultaten

 

De grootste verbeteringen van de GI symptomen werden gevonden in de Peptamen groep: 

  • De kans op GI intolerantie was 18% hoger in de groep die andere peptide-gebaseerde sondevoedingen kregen t.o.v. de groep die Peptamen kreeg (p<0,03).
  • De kans op GI intolerantie was 15% hoger in de groep die sondevoeding kreeg op basis van intacte eiwitten t.o.v. de groep die Peptamen kreeg (p<0,03).
  • De kans op hyperglycemie was 81% hoger in de groep die andere peptide-gebaseerde sondevoedingen kreeg t.o.v. de groep die Peptamen kreeg (p<0,001).
  • Ook het gebruik van een rectale katheter, ondervoeding en gewichtsverlies kwamen significant (p<0,05) minder vaak voor in de Peptamen groep t.o.v. de andere 2 groepen. 

Meer weten? Bekijk dan onderstaande infographic of lees hier de volledige studie. 

 

Deze browser ondersteunt geen PDF's. Download de PDF om deze te bekijken: Download PDF.

Deze studie is uitgevoerd in de VS met de Peptamen producten die daar op de markt zijn. Deze zijn vergelijkbaar met de producten die in de BeNeLux op de markt zijn, maar niet 100% identiek.

 

Bekijk het Peptamen® asssortiment

Nguyen Titel
Article Type
Image Type Desktop
Nguyen 2024
Medical Speciality
Anonymous access
Uit

ThickenUp® Junior als behandeling voor dysfagie

Deze case report van 2025 toont dat een instant verdikkingsmiddel, ThickenUP® Junior (o.b.v. johannesbroodpitmeel en xantaangom) kan bijdragen in de behandeling bij zuigelingen en kinderen die te kampen hebben met dysfagie als co-morbiditeit van (neurologische) aandoeningen. Deze case report beschrijft vier casussen van jonge kinderen met dysfagie waarbij ThickenUP® Junior als interventie product wordt gegeven. In alle casussen wordt beschreven dat het slikken en drinken veiliger gebeurt en dat er minder complicaties optreden waaronder aspiratie na het gebruik van het amylase-resistente verdikkingsmiddel. Hierdoor verhoogt ook de kwaliteit van leven bij de zuigelingen en kinderen.  

Het indikken van vloeistoffen voor dysfagie bij kinderen: een perspectief uit de klinische praktijk. 

Inleiding 

Dysfagie is een wereldwijd probleem dat voorkomt bij verschillende patiënten populaties en leeftijdscategorieën. Ook bij kinderen (leeftijd < 3 jaar) die lijden aan cerebrale parese (CP), heeft 27-99% te kampen met dysfagie, waarbij 39% veranderingen van textuur van dranken en voeding nodig hebben. Deze hoge prevalentiecijfers tonen de ernst van deze problematiek aan. Indien hier onvoldoende rekening mee gehouden wordt, kunnen ernstige complicaties optreden zoals aspiratie pneumonie, ondervoeding en ontwikkelingsproblemen. Om dergelijke complicaties te voorkomen, is het daarom vaak aangewezen om voeding en dranken een aangepaste consistentie te geven. Het belang van dergelijke aanpassingen in consistentie wordt in deze recente case report van 2025 ook aangetoond met vier casussen van kinderen tussen de leeftijd van 1-4 jaar. De kinderen in de studie hebben verschillende onderliggende pathologieën met dysfagie als gemeenschappelijke comorbiditeit. Als onderdeel van de interventie wordt een instant verdikkingsmiddel, ThickenUP® Junior (o.b.v. johannesbroodpitmeel en xantaangom) aangeboden waarmee alle consistentieniveaus volgens het International Dysphagia Diet Standardisation Initiative (IDDSI) bereikt worden. Dit verdikkingsmiddel is amylase-resistent en geeft geen sensorische veranderingen aan de voeding en dranken. Daarnaast is het ook steeds belangrijk dat de behandeling individueel wordt aangepast en geleid wordt door een multidisciplinair team.

 

Belangrijkste resultaten

De belangrijkste resultaten van deze case report bij het gebruik van ThickenUP® Junior zijn:

  • Draagt bij in de behandeling van dysfagie.
  • Complicaties waaronder aspiratie pneumonie kunnen vermeden worden.
  • Bevordert veiliger slikken.
  • Voedingsinname wordt op peil gehouden.
  • Kan bijdragen aan training van het slikproces.
  • Bevordert de kwaliteit van leven.
  • Door amylase-resistentie blijft de bereide drank stabiel voor langere tijd. 

 

Indien u graag meer informatie wenst over deze case report, kan u hier een uitgebreidere samenvatting terugvinden.  

 

Referentie: van Hulst, K., van Ijken, E. & van Vliet, L. (2025). Thickening liquids for pediatric dysphagia: a perspective from clinical practice. Postgrad Med. 2025 Feb 5:1-8. doi: 10.1080/00325481.2025.2457318. 

 

Wist je dat? 

Wist je dat het gebruik van vruchtensappen die sterk gesuikerd zijn, bij kinderen met dysfagie, de kans verhoogt op een aspiratie pneumonie indien men zich verslikt? Dit komt door het feit dat suikers de bacteriële groei in de longen kunnen bevorderen. Hierdoor geniet water steeds de voorkeur om te gebruiken bij indikking. Indien u graag meer informatie wenst over ThickenUP® Junior en de gebruiksaanwijzingen en bereidingswijzen, kan u hier meer informatie terugvinden. 

van Hulst et al. 2025
Main Category
Article Type
Image Type Desktop
van Hulst et al. 2025
Medical Speciality
Anonymous access
Uit

Impact van 2 HMOs en lactose op microbioom van zuigelingen

In deze studie werd de impact van 2 humane melk oligosacchariden (HMO) en lactose onderzocht op het microbioom van jonge zuigelingen met een koemelk allergie (KMA). Wilt u meer weten? Lees dan het volledige artikel!

Dit ex vivo onderzoek was gericht op het onderzoeken van de microbiome-modificerende effecten van 2'FL en LNnT, in combinatie met en zonder lactose, op het dysbiotische darmmicrobioom van zuigelingen met een KMA. 

Belangrijkste resultaten: 

  • De combinatie van HMO (2'FL & LNnT) en lacotose heeft het grootste effect op de groei van verschillende bifidobacteria, deze effecten zouden kunnen helpen bij het corrigeren van het dysbiotische microbioom in zuigelingen met KMA.
  • HMO en lactose stimuleerden afzonderlijk van elkaar de productie van verschillende gezondheidsbevorderende metabolieten (zoals korte keten vetzuren, melkzuren en N-geacetyleerde aminozuren), de grootste effecten werden waargenomen wanneer de combinatie HMO + lactose werd gebruikt.
  • De bevindingen ondersteunen de voordelen van HMO-supplementatie in lactosebevattende eHF voedingen (Althéra HMO) voor zuigelingen met KMA, waarbij het dysbiotische microbioom wordt verbeterd.
  • Er wordt aangenomen dat de effecten van de samenstelling van het microbioom de intregriteit van het darmslijmvlies en de vroege immuunontwikkeling ten goede kan komen. 

Er is wel verder onderzoek nodig om deze effecten verder te bevestigen, maar de resultaten sluiten aan bij eerdere bevindingen.  

Wil je meer weten over dit onderzoek? Bekijk dan onderstaande video waarin de onderzoekers je stap voor stap meenemen door de studie:

 

Deze studie is stond gekomen als samenwerkingsverband tussen Nestlé Health Science, Nestlé Research en Cryptobiotix. 

 

Referentie: Van den Abbeele, P. et al. Beneficial Microbes; 2024:1-15. https://doi.org/10.1163/18762891-bja00048

Abbeele et al. 2024
Vandenabbeele
Main Category
Article Type
Image Type Desktop
Vandenabbeele
Medical Speciality
Anonymous access
Uit

Ondervoeding & spierverlies tegengaan met Resource® Ultra+

Deze studie toont de effectiviteit aan van Resource Ultra+ bij patiënten met (risico op) ziekte gerelateerde ondervoeding en sarcopenie. Gedurende drie maanden, kregen 65 participanten gepersonaliseerd voedingsadvies, evenals de energie (>2.1kcal/mL) - en eiwitrijke (32g/200mL) orale medische voeding één of twee- maal per dag. Hierbij werd hoge therapietrouw waargenomen en goede gastro-intestinale tolerantie. Er werd aangetoond dat deze interventie zorgt voor een significante daling van de prevalentie van (ernstige) ondervoeding en sarcopenie, en er een toename van spiermassa en -kracht was. Bovenstaande resultaten waren nog gunstiger voor participanten die ≥60 jaar waren en tweemaal per dag de orale medische voeding innamen.      

Doeltreffendheid van eiwit- en energierijke orale medische voeding bij patiënten met ondervoeding: onderzoek in de dagelijkse praktijk. 

 

28-73% van de gehospitaliseerde patiënten lijdt aan ziekte gerelateerde ondervoeding. Deze prevalentiecijfers tonen aan dat dit een ernstig en vaak nog onderschat probleem is met aanzienlijke gevolgen. Zo draagt dit bij tot langere ziekenhuisopnames, slechtere (wond)genezing, hogere gezondheidskosten, een lagere quality of life (QoL) en een hogere mortaliteit. Een goede nutritionele interventie en opvolging zijn hierdoor cruciaal om ziekte gerelateerde ondervoeding tegen te gaan of te verhelpen en de bijkomende complicaties zoals sarcopenie te voorkomen. Het belang van dergelijke interventies wordt ook in deze observationele studie uit 2024 aangetoond. Vijfenzestig participanten met (risico op) ziekte gerelateerde ondervoeding kregen gedurende drie maanden een nutritionele interventie, bestaande uit een energie- en eiwitrijke orale medische voeding, Resource® Ultra+ (>2.1kcal/mL; 32g eiwitten/200mL) en gepersonaliseerd voedingsadvies.

 

Belangrijkste resultaten 

  • Een significante daling van de prevalentie van ondervoeding; van 93,4% naar 78,9% (p<0,01).
  • Een significante daling van de prevalentie van ernstige ondervoeding; van 60,7% naar 40,3% (p<0,01). - Een significante daling van de prevalentie van sarcopenie; van 19,4% naar 15,5% (p<0,4).
  • Een goede gastro-intestinale tolerantie en therapietrouw bij de participanten; 78,5% van de participanten consumeerden >75% van de voorgeschreven dosis.
  • Een daling van gewichtsverlies; van -6,75% naar 0,5%.
  • Een verbetering van de spiermassa en -kracht.

In onderstaande infographic kan u zelf de belangrijkste bevindingen nalezen van deze studie.

 

This browser does not support PDFs. Please download the PDF to view it: Download PDF.

Indien u graag meer info wenst, kan u hier het volledige artikel terugvinden. 

Referentie: López-Gómez, JJ., et al. (2024). Effectiveness of High-Protein Energy-Dense Oral Supplements on Patients with Malnutrition Using Morphofunctional Assessment with AI-Assisted Muscle Ultrasonography: A Real-World One-Arm Study. Nutrients. 17;16(18):3136. doi: 10.3390/nu16183136.

Lopez et al. 2024
Main Category
Article Type
Image Type Desktop
Lopez et al. 2024
Medical Speciality
Anonymous access
Uit

PRECISe studie: het effect van hoog vs. standaard eiwit op de IC

De ICU richtlijnen in Europa en Amerika komen niet helemaal overeen. Waar de ESPEN richtlijnen aangeven dat 1,2g eiwit per kg lichaamsgewicht per dag voldoende zou moeten zijn voor de IC patiënt, geven de ASPEN richtlijnen aan dat dit tussen de 1,3g en 2,0 g eiwit per kg lichaamsgewicht per dag moet liggen. Welke van de 2 komt nu dichterbij de werkelijkheid? Dat is "PRECISe" wat onderzocht werd in deze studie!

De voedingszorg van IC patiënten is complex en nog steeds is het niet helemaal duidelijk wat nu de meeste ideale richtlijnen zijn m.b.t. eiwit behoeften. Wat we wel weten is dat zowel de energie- als eiwitinname langzaam moet worden opgebouwd in de acute fase op de IC (Figuur 1). De internationale richtlijnen van ESPEN en ASPEN lijken het echter nog niet helemaal eens te zijn over de ideale hoeveelheid eiwit die gegeven zou moeten worden aan IC patiënten. De ESPEN richtlijnen geven aan dat 1,2g eiwit per kg lichaamsgewicht per dag voldoende zou moeten zijn, terwijl de ASPEN richtlijnen aangeven dat dit tussen de 1,3g en 2,0 g eiwit per kg lichaamsgewicht per dag moet liggen. Wat is nu de ideale hoeveelheid eiwit voor een IC patiënt? De PRECISe studie onderzocht of een eiwitrijke polymere sondevoeding (2,0g/kg/dag) de kwaliteit van leven van de IC patiënten zou verhogen t.o.v. een polymere sondevoeding met een standaard hoeveelheid eiwitten (1,3g/kg/dag).

Figuur 1. Opbouw fase op IC m.b.t. energie- en eiwitinname. In de PRECISe studie werd gekeken naar de eiwitinname van de patiënten op de IC. De periode na de IC (post-ICU) is buiten beschouwing gelaten. 

Voeding opbouw op IC

 

Belangrijkste resultaten op een rij:

  1. Een eiwitrijke voeding (2,0g/kg/dag) resulteert in een lagere kwaliteit van leven score in IC patiënten aan de beademing.
  2. Een eiwitrijke voeding (2,0g/kg/dag) verlengd de tijd die de IC patiënten doorbrengen op de IC, m.a.w. patiënten die een lagere hoeveelheid eiwitten ontvangen worden eerder ontslagen van de IC.
  3. De gastro-intestinale klachten en het gebruikt van prokinetica was hoger in de IC patiënten die een eiwitrijke voeding kregen (2,0g/kg/dag).

Wil je meer weten over deze studie? Lees dan hier de samenvatting, of bekijk de volledige publicatie op de website van de journal.

Bels et al. Lancet 2024; 404: 659–69

 

PRECISe studie 2024
Main Category
Article Type
Image Type Desktop
PRECISe studie
Medical Speciality
Anonymous access
Uit

Vermindering zorglasten bij switch naar peptide voeding

Wat moet je doen als je patiënt standaard sondevoeding niet goed lijkt te tolereren? 75% van de kritisch zieke patiënten in het ziekenhuis hebben hiermee te maken, denk aan klachten zoals misselijkheid, braken, diarree of een opgezette buik. Dit onderzoek toont aan dat de oplossing in sommige gevallen heel simpel is door de switch te maken naar een semi-elementaire voeding. Meer weten? Lees hier de samenvatting. 

Wat is de impact van de omschaking van patiënten die intolerant zijn voor standaard polymere voedingen naar een semi-elementaire, peptide-gebaseerde voeding? Dat was de vraag die de onderzoekers van deze studie wilden beantwoorden. Er werd hierbij gekeken naar de vermindering van de "zorglast", een breed begrip wat in deze studie werd gezien als een algehele vermindering van 1) de symptomen van de klachten van de patiënt, en 2) het aantal bezoeken aan de zorgprofessional.

In deze studie werden de volgende resultaten gevonden

  1. Na de overstap op een peptide-gebaseerde sondevoeding werden er significante verbeteringen gevonden van de symptomen. 
    1. Na de switch was ongeveer de helft van de patiënten volledig klachtenvrij en had geen last meer van gastro-intestinale symptomen
    2. Significant minder patiënten hadden last van misselijkheid, braken, abdominale pijn of krampen en diarree
  2. Er waren ook significant minder bezoeken naar de zorgprofessional na de overstap op een peptide-gebaseerde sondevoeding.

Bekijk hieronder de samenvatting van de studie: 
 

 

This browser does not support PDFs. Please download the PDF to view it: Download PDF.

 

Referentie: Mundi MS, Velapati S, Kuchkuntla AR, Hurt RT. Reduction in Healthcare Utilization With Transition to Peptide-Based Diets in Intolerant Home Enteral Nutrition Patients. Nutr Clin Pract. 2020 Jun;35(3):487-494. doi: 10.1002/ncp.10477.

Mundi-2020
Main Category
Article Type
Medical Speciality
Anonymous access
Uit