Sorry, you need to enable JavaScript to visit this website.

Deze website is exclusief voor zorgprofessionals in Nederland en België

Taal:

Open Menu
Custom Class
item--scientific-publications

Wijzigingen in de CoMiSS bewustmakingstool voor koemelkgerelateerde symptomen

De CoMiSS® is een eenvoudige, snelle en gebruiksvriendelijke bewustmakingstool voor koemelkgerelateerde symptomen.

De CoMiSS® is een eenvoudige, snelle en gebruiksvriendelijke bewustmakingstool voor koemelkgerelateerde symptomen. In 2022 zijn er enkele wijzigingen doorgevoerd aan de originele CoMiSS tool deze omvatten o.a.:

1) Aanpassing van de kwalificatie score die wijst op koemelkallergie naar ≥10 (was ≥12)
2) De Bristol Stool Scale is vervangen door de Brussel Infant and Toddlers Stool Scale
3) Duidelijke omschrijving voor wie de tool niet bedoeld is en wanneer kindjes direct moeten worden doorverwezen
4) De naam blijft in grote lijnen hetzelfde, maar wordt wel de ""Updated CoMiSS"" genoemd.

De link naar het volledige artikel kan worden teruggevonden op deze pagina, evenals de link naar een korte YouTube video die de aanpassingen van de CoMiSS kort samenvat.

Main Category
Article Type
Medical Speciality
Anonymous access
Uit

Nutritional Assessment in Older Adults: MNA® 25 years of a Screening Tool & a Reference Standard for Care and Research; What Next?

Ondervoeding kan iedereen treffen en gaat gepaard met ernstige gevolgen en hogere zorgkosten.
Medische verenigingen, vertegenwoordigers van het EU-ministerie van Volksgezondheid en vertegenwoordigers van zorgverzekeraars hadden oproepen en verklaringen opgesteld om ondervoeding te bestrijden. Een van de belangrijkste actie was het implementeren van routinematige screening op ziektegerelateerde ondervoeding.1,2
Het gebruik van een geldige voedingsscreeningtool, zoals de MNA®, is aanbevolen als onderdeel van de GLIM3-diagnostische criteria voor ondervoeding. De MNA® heeft significant bewijs voor validiteit in het screenen van ondervoeding bij de geriatrische patiënt. Een samenvatting van 25 jaar MNA® is onlangs gepubliceerd in The Journal of Nutrition, Health & Aging, Nutritional Assessment in Older Adults: MNA® 25 Years of a Screening Tool & a Reference Standard for Care and Research; What Next?"

Guigoz, Y & Vellas, B. 2021
Main Category
Article Type
Medical Speciality
Anonymous access
Uit

ESPGHAN richtlijnen cerebrale parese

Klinische experts vanuit heel Europa schreven samen 49 aanbevelingen rond voeding gerelateerde uitdagingen van kinderen met een neurologische aandoening in de ESPGHAN richtlijn. Veel van de aangehaalde problematiek bij deze patiënten zijn op de dag van vandaag nog altijd onderbelicht. Daarnaast houden deze problemen niet op als de patiënt 18 jaar wordt; ook voor de volwassen patiënt met een neurologische aandoening kunnen de ESPGHAN richtlijnen ondersteunend zijn.

Evaluatie & behandeling van gastro-intestinale en nutritionele complicaties bij neurologische aandoeningen

Romano et al. JPGN 2017;65(2):242-264. DOI: https://doi.org/10.1097/MPG.0000000000001646

Klinische experts vanuit heel Europa schreven samen 49 aanbevelingen rond voeding gerelateerde uitdagingen van kinderen met een neurologische aandoening in de ESPGHAN richtlijn. Veel van de aangehaalde problematiek bij deze patiënten zijn op de dag van vandaag nog altijd onderbelicht. Daarnaast houden deze problemen niet op als de patiënt 18 jaar wordt; ook voor de volwassen patiënt met een neurologische aandoening kunnen de ESPGHAN richtlijnen ondersteunend zijn.

 

Een aantal inzichten uit de ESPGHAN richtlijn: 

  • Slechts 46% van de kinderen met een beperking behaald 100% van hun aanbevolen nutritionele inname
  • Orofaryngeale disfunctie (een verstoring van één of meer van de 3 slikfases) is een veelvoorkomend probleem bij kinderen met een neurologische aandoening, met gerapporteerde prevalenties van >90% 
  • 70% heeft GORD (gastro-oesofageale reflux ziekte) 
  • >50% gebruikt chronisch een laxeermiddel 
  • 53% heeft onvoldoende vezel en/of vochtinname 

 

Frequent voorkomende comorbiditeiten.

ESPGHAN_comorbiditeiten

Figuur 1. Meest voorkomende comorbiditeiten bij patiënten met cerebrale parese.

 

Herkunt uw patiënt onderstaande situaties bij het eten of drinken? Wellicht heeft uw patiënt kauw- en slikproblemen! Er zijn verschillende manieren om te testen of iemand kauw- en slikproblemen (dysfagie) heeft. Bijvoorbeeld, de sliksnelheidstest, de TOMASS test of screen met de EAT-10 (bij volwassenen) of de Pedi-EAT-10 (bij kinderen).

Aandachtspunten bij cerebrale parese: 

Rode vlaggen by kauw- en slikproblemen

Dysfagie symptomen

Rode vlaggen: verteringsproblematiek

Een aantal rode vlaggen kunnen ook duiden op verteringsproblematiek, denk bijvoorbeeld aan: buik krampen, misselijkheid, reflux of overgeven, diarree of constipatie of een opgeblazen of vol gevoel. Een licht verteerbare medische voeding kan in sommige gevallen de oplossing bieden. 

Wilt u graag weten welke producten binnen ons assortiment mogelijk aansluiten bij de behoeften van uw CP patiënten? Bekijk dan dit overzicht

Assortiment Nestle Health Science voor cerebrale parese (CP) 

*Op basis van de ESPGHAN richtlijnen voor de evaluatie en behandeling van gastro-intestinale klachten bij kinderen met een neurologische aandoening (Romano et al. 2017) 

**Borstvoeding is de beste voeding voor een baby tijdens de eerste maanden van het leven. Infasource kan in combinatie met borstvoeding gegeven worden. 

*** Optifibre is geen volledige voeding, maar een voedingssupplement. Medische voeding moet altijd worden gebruikt onder medisch toezicht.

 

Referentie

Romano et al. JPGN 2017;65(2):242-264. DOI: https://doi.org/10.1097/MPG.0000000000001646 

Romano, C et al. 2017.
ESPGHAN richtlijnen cerebrale parese
Main Category
Article Type
Medical Speciality
Anonymous access
Uit

Metabole & gastro-intestinale verstoringen bij CP

Ondervoeding en groeiachterstand zijn veel voorkomende bevindingen bij kinderen met cerebrale parese (CP). Afwijkingen in elektrolyten en micronutriënten zijn ook gedocumenteerd. Gastro-intestinale (GI) ziekten zoals gastro-oesofageale refluxziekte (GERD), voedingsproblemen en constipatie zijn in verband gebracht met een verhoogde frequentie van deze afwijkingen. Het doel van deze studie was het bepalen van de prevalentie van ondervoeding, metabole en elektrolyt abnormaliteiten bij pediatrische patiënten met cerebrale parese en gastro-intestinale stoornissen.

Nieuwsgierig geworden? 

Ondervoeding en groeiachterstand zijn veel voorkomende bevindingen bij kinderen met cerebrale parese (CP). Afwijkingen in elektrolyten en micronutriënten zijn ook gedocumenteerd. Gastro-intestinale (GI) ziekten zoals gastro-oesofageale refluxziekte (GERD), voedingsproblemen en constipatie zijn in verband gebracht met een verhoogde frequentie van deze afwijkingen. Het doel van deze studie was het bepalen van de prevalentie van ondervoeding, metabole en elektrolyt abnormaliteiten bij pediatrische patiënten met cerebrale parese en gastro-intestinale stoornissen.

Nieuwsgierig geworden? 

Klik hier om de link te openen naar de volledige paper. 

 

Referentie: Jaramillo et al. Plant Mol Biol 2016;11:e67-e69. 

Jaramillo, C et al.2016.
Jaramillo 2016
Main Category
Article Type
Image Type Desktop
Jaramillo 2016
Medical Speciality
Anonymous access
Uit

Vezels bij functionele gastro-intestinale disbalans

Functionele gastro-intestinale aandoeningen (FGIDs) komen vaak voor bij kinderen en veroorzaken hoge directe en indirecte maatschappelijke kosten. Gedeeltelijk gehydrolyseerd guargom (PHGG) is een natuurlijke en wateroplosbare voedingsvezel die is afgeleid van guargom. Het is voorgesteld als aanvullende therapie bij pediatrische FGIDs, vooral bij chronische functionele constipatie en prikkelbare darm syndroom.

Nieuwsgierig geworden? 

Functionele gastro-intestinale aandoeningen (FGIDs) komen vaak voor bij kinderen en veroorzaken hoge directe en indirecte maatschappelijke kosten. Gedeeltelijk gehydrolyseerd guargom (PHGG) is een natuurlijke en wateroplosbare voedingsvezel die is afgeleid van guargom. Het is voorgesteld als aanvullende therapie bij pediatrische FGIDs, vooral bij chronische functionele constipatie en prikkelbare darm syndroom.

Klik hier om de link te openen naar de volledige paper

 

Referentie: Romano et al. Expert Review of Gastroenterology & Hepatology 2021;15(6):583-587. 

Romano, C et al. 2021.
Romano 2021 vezels
Main Category
Article Type
Image Type Desktop
Romano 2021 vezels
Medical Speciality
Anonymous access
Uit

Ondervoeding en Hydratatie Richtlijnen voor ouderen - ESPEN

ESPEN heeft aanbevelingen gepubliceerd voor de screening en behandeling van ondervoeding, hydratie en obesitas/overgewicht bij ouderen. Ondervoeding en dehydratie zijn condities die vaak voorkomen onder de ouderen. In klinische setting is het vaak niet duidelijk welke strategieën nodig en effectief zijn om ondervoeding en dehydratatie tegen te gaan.
Het doel van de ESPEN richtlijn is om wetenschappelijke verantwoorde aanbevelingen te kunnen geven voor klinische voeding en hydratie in oudere populaties om ondervoeding en dehydratie te voorkomen of te behandelen.

 

Ondervoeding en dehydratie zijn condities die vaak voorkomen onder de ouderen. In klinische setting is het vaak niet duidelijk welke strategieën nodig en effectief zijn om ondervoeding en dehydratatie tegen te gaan.

Het doel van de ESPEN richtlijn is om wetenschappelijke verantwoorde aanbevelingen te kunnen geven voor klinische voeding en hydratie in oudere populaties om ondervoeding en dehydratie te voorkomen of te behandelen. Daarnaast, is het doel om te kijken of interventies gefocust op gewichtsreductie gepast zijn voor oudere mensen met overgewicht of obesitas.

Deze richtlijn is ontwikkeld met behulp van de standaardprocedure voor ESPEN richtlijnen en consensus studies. Een systematische literatuurstudie voor systematische reviews en primaire studies is gedaan, gebaseerd op 33 klinische vragen geformuleerd in PICO format. Bestaand bewijs was beoordeeld volgens de SIGN-grading system. Aanbevelingen zijn ontwikkeld en goedgekeurd in een meerstaps consensus proces.

De werkgroep hebben 82 aanbevelingen geschreven voor de voedingszorg voor oudere personen, uitgespreid over 4 onderwerpen: basisvragen en generale principes, aanbevelingen voor ouderen met ondervoeding of een risico op ondervoeding, aanbevelingen voor ouderen met specifieke ziektes, diagnose en behandeling van dehydratie.

Al in al, adviseren de wetenschappers dat alle oudere individuen geregeld gescreend moeten worden op ondervoeding.. Het inname van voeding kan ondersteund worden door verpleging, educatie, voedingsadvies, voedselmodificatie en medische voeding. Enterale voeding moet gestart worden als orale voeding niet toereikend is en de prognose voor enterale voeding positief is. Voedingsrestricties moeten over het algemeen vermeden worden en diëten gefocust op gewichtsverlies kunnen een optie zijn voor oudere mensen met obesitas, die ook gewicht gerelateerde gezondheidsproblemen hebben. Hierbij is het effectief om het dieet te paren met fysieke inspanning.

Alle ouderen moeten gezien worden als mensen met een risico op te lage vloeistofinname en moeten gemotiveerd worden om genoeg te drinken. Vaak zullen interventies gepersonaliseerd, goed te begrijpen en deel van een multidisciplinaire aanpak moeten zijn om aan te slaan. Een vochtdagboek kan helpen om bij te houden hoeveel vloeistof geconsumeerd wordt.

In conclusie, er is een scala aan effectieve interventies om adequate voedings- en vloeistofinname te ondersteunen in oudere mensen om de nutritionele status gezond te houden of te verbeteren. Daarnaast kan het ook het behandelingstraject en de kwaliteit van het leven verbeteren. Deze interventies moeten routinematig geïmplementeerd worden in klinische zorg.

Voor het artikel, klik hier.

Volkert D, Beck AM, Cederholm T, Cruz-Jentoft A, Goisser S, Hooper L, Kiesswetter E, Maggio M, Raynaud-Simon A, Sieber CC, Sobotka L, van Asselt D, Wirth R, Bischoff SC. ESPEN guideline on clinical nutrition and hydration in geriatrics. Clin Nutr. 2019 Feb;38(1):10-47. doi: 10.1016/j.clnu.2018.05.024. Epub 2018 Jun 18. PMID: 30005900.

European Society for Clinical Nutrition and Metabolism (ESPEN)
/sites/default/files/2022-07/Vochtdagboek-NL.pdf
Ondervoeding en Hydratatie Richtlijnen voor ouderen - ESPEN
Main Category
Article Type
Image Type Desktop
Ondervoeding en Hydratatie Richtlijnen voor ouderen - ESPEN
Medical Speciality
Anonymous access
Uit

How thickened liquids improve swallowing safety and efficiency

Dr. Julie Cichero heeft een review over orofaryngeale dysfagie geschreven met de hoe en waarom verdikte vloeistoffen de slikveiligheid en slikefficiëntie verbeteren. Deze review is gepubliceerd in de Clinical Nutrition Highlights 2021. Deze publicatie is ideaal voor logopedisten, diëtisten, KNO-artsen en andere zorgprofessionals die meer willen weten over orofaryngeale dysfagie en de behoefte van aangepaste consistentie.

Dr Julie Cichero Speech and Language Pathologist
/sites/default/files/2022-06/Clinical%20Nutritional%20Highlights%202021%20Article%20-%20ENG.pdf
Clinical Nutritional Highlights 2021: How and why thickened liquids improve swallowing safety and swallowing efficiency
Main Category
Article Type
Image Type Desktop
Clinical Nutritional Highlights 2021: How and why thickened liquids improve swallowing safety and swallowing efficiency
Medical Speciality
Anonymous access
Uit

Is dysfagie op de radar van de diëtist?

Dysfagie wordt beschouwd als een belangrijke risicofactor voor ondervoeding en kan tot 35% van de oudere volwassenen in de thuiszorg treffen. Desondanks is er weinig bekend over hoe diëtisten dysfagie identificeren en beoordelen. 
De Canadian Dietetic Associated publiceerde onlangs de bevindingen van een onderzoek onder 70 geregistreerde diëtisten in Canada. Bijna 75% van de diëtisten screent niet op dysfagie. Een gebrek aan competentie of vaardigheid die vereist is om de screening en beoordeling van dysfagie te voltooien, was de meest gemelde barrière. Geïnteresseerd in de resultaten, klik hier op de link.

Klik hier op de link.

Abstract

Dysfagie beïnvloedt tot 35% van de ouderen. Het is een significante risicofactor voor meerdere condities, zoals ondervoeding en pneumonie. Maar verwijzingen van diëtisten voor dysfagie management in primaire zorg is erg laag. Geregistreerde diëtisten die actief zijn in primaire zorg in Canada werden gevraagd om mee te doen aan de studie. 70 vragenlijsten waren ingevuld door diëtisten en 75% had géén dysfagie screening proces. Daarnaast rapporteerde maar 8% dat zij gebruik maakte van een niet-instrumentele klinische slik assessment (CSA). De meest voorkomende barrière was het gebrek aan kennis over het screening proces en de diagnose van dysfagie. Veel respondenten vonden dat de CSA niet binnen hun werk en expertise viel. Daarnaast gaf 70% aan dat ze praktische training nodig hadden voor screening en beoordeling. Dus met de huidige stand van zaken in primaire zorg worden patiënten met dysfagie, en patiënten die risico hebben om dysfagie op te lopen, onder gediagnostiseerd. Om dit tegen te gaan is het dus belangrijk dat er initiatieven worden genomen: 1. dysfagie bekend maken; 2. een goed en uniform screening proces te hebben; 3. diëtisten informeren dat dysfagie testen en diagnosticeren hoort bij hun expertise, en ze daar ook scholing in aan te bieden;

Studieresultaten

Dysfagie is in het kort: moeite met slikken. Dit is een significante risico factor voor ondervoeding, pneumonie en dehydratatie. Er is een questionnaire van 17 vragen opgesteld met informatie uit de literatuur en een panel van diëtisten. Van de 70 respondenten hadden maar 18 een screening proces, bestaand uit formele en/of informele testen. Maar 2 respondenten gaven aan een gevalideerde tool te gebruiken (EAT-10, TOR-BSST). Daarnaast was de watersliktest hetgeen wat het meest gebruikt werd als screening tool (39%). Meer dan 85% rapporteerde minder dan 5 patiënten met mogelijke dysfagie geïdentificeerd te hebben in de laatste 3 maanden en 31% zelfs 0 patiënten. Geïdentificeerde barrières voor de lage prevalentie van dysfagie diagnose: 80% van de diëtisten is niet zeker van de beste screening methode, 54% is zich niet bewust van de behoefte voor screening en 40% gaf aan géén skills te hebben om de screening uit te voeren.

60% van de diëtisten stuurden patiënten met symptomen van dysfagie door naar een logopedist voor een formele sliktest, maar 8% gaf aan dat de volgende stap bij de diëtist zelf lag, namelijk het afnemen van een niet instrumentele slik test, bijvoorbeeld de EAT-10. De doorverwijzingen naar dysfagie management is erg laag, blijkt uit de vragenlijst. 87% van de diëtisten had minder dan 6 verwijzingen voor dysfagie in de laatste 3 maanden. Daarnaast gaf 35% aan zelfs helemaal geen verwijzingen te hebben gehad. Gepaard met deze percentages, gaat ook de (te) lage gemeten prevalentie van dysfagie in de primaire zorginstanties. Dit percentage ligt in deze studie op 15%. Dit ligt onder de prevalentie gemeten in de thuiszorg én die van geriatrische instellingen. Diëtisten zelf geven aan graag een uniforme gevalideerde screening methode te hebben. Daarnaast zouden ze graag een praktische training ontvangen over het omgaan met dysfagie.

Concluderend, dysfagie is een significante risicofactor voor ondervoeding en pneumonie. Patiënten met een (hoog) risico op dysfagie moeten eerder gediagnosticeerd worden waardoor de zorg ook eerder in kan grijpen om ziekenhuisopname te voorkomen. Dysfagie is prevalent in de primaire zorgsector, maar uit deze studie blijkt dus dat maar 25% van de diëtisten een screeningtool gebruikt om dysfagie te identificeren en de prevalentie van het ontvangen van een doorverwijzing naar dysfagie management is extreem laag. Daarnaast zijn de screeningmethodes die gebruikt worden vaak niet gevalideerd.

Is dysfagie op de radar van de diëtist?
Main Category
Article Type
Image Type Desktop
Is dysfagie op de radar van de diëtist?
Medical Speciality

Prevention and Management of Cow’s Milk Allergy in Non-Exclusively Breastfed Infants

Deze studie beschrijft dat extensieve hydrolysaten met een klinisch bewijs van werkzaamheid worden aanbevolen bij de preventie en behandeling van KMA. Een orale voedseluitdaging wordt nog steeds aanbevolen als de meest specifieke en gevoelige diagnostische test, hoewel een positieve orale voedseluitdaging niet bewijst dat het immuunsysteem betrokken is. Ongeveer 10 tot 15% van de zuigelingen die allergisch zijn voor koemelk, reageren ook op soja. De laatste jaren ging de aandacht ook uit naar het bifidogene effect van prebiotica en meer recentelijk ook naar oligosacchariden van moedermelk. De toevoeging van probiotica en prebiotica aan het eliminatiedieet bij de behandeling kan de ontwikkeling van tolerantie bevorderen.

Vandenplas, Y. 2017
Main Category
Article Type
Medical Speciality
Anonymous access
Uit

Safety and efficacy of a new extensively hydrolyzed formula for infants with cow's milk protein allergy

In deze studie werd de effectiviteit van een AAF vergeleken met een eHF. Naar resultaat kwam er uit de studie dat als een aantal zuigelingen op een eHF stonden, de SCORAD score voor atopische dermatitis lager was dan bij een AAF. Ook werd waargenomen dat zuigelingen die eHF innamen, minder incidenten hadden van braken en een hogere frequentie hadden van zachte stoelgang.

Niggemann, B et al. 2007
Main Category
Article Type
Medical Speciality
Anonymous access
Uit