Sorry, you need to enable JavaScript to visit this website.

Deze website is exclusief voor zorgprofessionals in Nederland en België

Taal:

Open Menu

Ondervoeding volgens de GLIM citeria

Leer hoe ondervoeding te screenen en diagnosticeren bij kinderen en ouderen met behulp van de GLIM-criteria. Ontdek gevalideerde tools zoals STRONGkids en de MNA® voor een effectieve beoordeling en diagnose van ondervoeding.

In 2016 werd het GLIM-consortium opgericht met als doel om een wereldwijde consensus te krijgen rond het begrip "ondervoeding". Het consortium publiceerde in 2019 de GLIM-critieria om ondervoeding te diagnosticeren en om een beschrijving te kunnen geven van de ernst van de ondervoeding1. Inmiddels zijn er al meer dan 200 studies gepubliceerd die gebruik maken van deze criteria!

 

DIAGNOSE ondervoeding

Om ondervoeding te kunnen diagnosticeren stelt het GLIM-consortium een stappenplan voor. Dit stappenplan bestaat uit 4 fases en begint met de screening op ondervoeding met een gevalideerde screeningstool, de zogenaamde "risico screening". Tabel 1 geeft een overzicht van gevalideerde screeningstool die voor dit doeleinde gebruikt kunnen worden.

Tabel 1. Overzicht van gevalideerde screeningstools die gebruikt kunnen worden in stap 1 van de GLIM criteria "risico screening".

Screening Tools Nederlands

Stap 2 in de diagnose van ondervoeding is om een "diagnostische beoordeling" uit te voeren (Figuur 1, 2). Dit gebeurt door een beoordeling te geven op de volgende elementen:

  1. Fenotypische criteria: gewichtsverlies, een lage BMI en/of verminderde spiermassa.
  2. Etiologische criteria: een verminderde voedingsinname, een ziektelast en/of inflammatoire conditie.

 

Wist u dat? De 'Mini Nutritional Assessment' MNA® voldoet aan alle GLIM-criteria? Het is mogelijk om alle 6 de verschillende aspecten van de GLIM criteria te meten met de MNA®!

 

Figuur 1. Schematisch overzicht van de diagnose "ondervoeding" volgens de GLIM criteria.

 

Glim-Criteria-NL

 

 

Figuur 2. Overzicht fenotypische & ethiologische criteria. Figuur aangepast & vertaald vanuit Cederholm et al. Journal of Cachexia, Sarcopenia and Muscle 2019; 10: 207–217.

GLIM-diagnose-nederlands-waardes

De diagnose "ondervoeding" kan gesteld worden wanneer een patiënt minstens 1 fenotypisch én 1 etiologisch kenmerk heeft. Dus bijvoorbeeld: de patiënt heeft gewicht verloren én heeft een inflammatoire conditie.

Als laatste kan er ook nog een inschatting worden gemaakt naar de ernst van de ondervoeding op basis van de fenotypische criteria (mate van gewichtsverlies, BMI-waarde en de verminderde spiermassa - Figuur 3).

Figuur 3. De ernst van de ondervoeding kan worden bepaald a.d.h.v. de fenotypische criteria. Figuur aangepast & vertaald vanuit Cederholm et al. Journal of Cachexia, Sarcopenia and Muscle 2019; 10: 207–217.

GLIM-Nederlands-ernst

In onderstaande vereenvoudigde overzicht (Tabel 2) is weergegeven welke screeningstools welke criteria meenemen in de vragenlijsten.

Tabel 2. Overzicht van een aantal beschikbare screeningstools en welke GLIM criteria ermee gemeten kunnen worden. Figuur aangepast & vertaald vanuit De van der Schueren et al. Clin Nutr 2023:41(10):2163-2168.

Screening tools ondervoeding Nederlands

Moeite om de lengte te bepalen voor de BMI? Gebruik dan de beenmeter. Meer informatie

 

Kan je de spiermassa niet makkelijk bepalen? Een armomtrekmeter kan u hierbij helpen. Meer informatie

 

Referenties

  1. Cederholm T, Jensen GL, Correia MITD, et al. GLIM Core Leadership Committee; GLIM Working Group. GLIM criteria for the diagnosis of malnutrition - A consensus report from the global clinical nutrition community. Clin Nutr. 2019 Feb;38(1):1-9.
  2. De van der Schueren et al. Malnutrition risk screening: New insights in a new era. Clin Nutr 2023: 41(10):2163-2168
GLIM-criteria-Nederlands
Main Category
Article Type
Image Type Desktop
Glim criteria nederlands
Medical Speciality
Anonymous access
Uit

Gepersonaliseerd Voeding op de IC: ISICEM symposium 2024

Benieuwd wat er tijdens ISICEM 2024 verteld werd over "Personalized Nutrition: Unveiling the latest insights"? Bekijk de opnames van het symposium hier!

In maart 2024 was het 44ste ISICEM (INTERNATIONAL SYMPOSIUM ON INTENSIVE CARE & EMERGENCY MEDICINE) congres.

Op 20 maart was het Nestlé Health Science satelite symposium: "Personalized Nutrition: Unveiling the latest insights". Met Prof. Dr. Elisabeth De Waele als voorzitter, Prof. Dr. Arthur van Zanten en Prof. Dr. Pierre Singer als sprekers hebben zij hun kennis gedeeld met de vele aanwezige artsen vanuit de hele wereld. Prof. Dr. van Zanten sprak over: "Transitioning from 'One Size Fits all' to Endotyping in Critical Care Nutrition." Prof Dr. Singers behandelde het onderwerp: "Harnessing AI for Tailored Patient Care in Nutrition Therapy". Heeft u het gemist of wilt u het graag terugkijken? Bekijk hier de opnames (in het engels).

 

 

ISICEM symposium 2024
Main Category
Article Type
Image Type Desktop
ISICEM symposium 2024
Medical Speciality
Anonymous access
Uit

Gesprek AS Beeckman congres

Als gespecialiseerd logopedist weet u hoe belangrijk bijscholing is! Niet alleen voor uzelf, maar ook voor de mensen waarmee u samenwerkt!
Zoals bijvoorbeeld ergotherapeuten, diëtisten, zorgkundigen, logistiek.

Om deze redenen sloegen het Postgraduaat dysfagie en ergotherapie de handen in elkaar: de Masterclass Maaltijdbegeleiding en slikproblemen was geboren en … wordt wegens eerder succes opnieuw herhaald! Hou je vrij op 28 maart en 18 april 2024.

Voor wie? Ergotherapeut, verpleegkundige, verzorgende, opvoedkundige, diëtist... in een ziekenhuis/WZC/instelling voor mensen met een beperking


Door wie? We selecteerden de crème-de-la-crème: lesgevers (M/V) boordevol passie én kennis voor hun vak:

  • Marleen D’hondt
  • Prof. Em. Jacques Vanobbergen
  • Prof. Em. Luc De Visschere
  • Manon Langeraert (gekend van bvb. Treat Your Eat)
  • Anne-Sophie Beeckman

Praktisch? Anderhalve dag: halve dag theorie (online, 28/3) +
Volledige dag vervolg theorie, vragenrondes en … workshop Mondzorg! (op de campus, 18/4)

artevelde-logo
Campus Kantienberg
Voetweg 66, 9000 Gent

Inhouden? Essentie over

  • Het normale slikproces (fysiologie – anatomie – neurologie)
  • Het oudere slikproces
  • Het abnormale slikproces
  • Aanpak en diagnostiek van slikproblemen
  • IDDSI: International Dysphagia Diet Standardisation Initiative (+ proevertjes!)
  • Mondzorg

Wil u graag dat uw collega-paramedici de essentiële basiskennis hebben mbt dysfagie? Uiteraard kan dit een mooie aanvulling zijn op bijscholingen die u zelf al aan hen gaf!
Interesse? Meer lezen over de studiedag? Of … inschrijven (uiteraard)? Slechts 1 adres voor de inschrijflink! Dankjewel om dit te delen met uw paramedische collega’s! (Wacht niet te lang want … inschrijvingen worden afgesloten op 21/03/2024)
Bent u logopedist? Dan is deze bijscholing vermoedelijk té basic voor u. We verwijzen u graag door naar onze andere initiatieven zoals het Postgraduaat dysfagie. Bij twijfels mag u ons uiteraard altijd contacteren voor meer informatie.

Zien we uw paramedische collega op onze studiedag? We kijken er alvast naar uit!

 

image2  image3

Anne-Sophie Beeckman (Coördinator PG dysfagie) & Kristel De Bruyne (aanspreekpunt Levenslang Leren)
Beste neuro- en/of sliklogopedist
Main Category
Article Type
Image Type Desktop
Beste neuro- en/of sliklogopedist
Medical Speciality
Anonymous access
Uit

Plantaardige eiwitten: nog een wereld te winnen

Wij interviewden de NVD scriptiewinnaars omtrent hun onderzoek rond plantaardige eiwitten. Wil je meer weten over wat zij gedaan hebben? Lees dan hier het volledige interview!

Marije Putker en Anne van Schaik zijn recent afgestudeerd van de opleiding Voeding & Diëtetiek aan de Hogeschool van Amsterdam. Ze wisten met hun scriptie, over eiwitrijke eetwissels van dierlijke naar meer plantaardige voeding, de jury van de NVD te overtuigen en wonnen de NVD scriptieprijs. Wij zochten de dames op om hen te feliciteren en meer te weten te komen over dit interessante onderwerp.

Waar gaat jullie onderzoek over?
Marije: “Met ons onderzoek onderzochten we de acceptatie van een plantaardig dieet bij ouderen en 55+'ers binnen de samenleving. Om dit te onderzoeken stelden we 2 focus groepen samen. Aan deze 2 groepen legden we verschillende vragen en stellingen voor over de plantaardige “eetwissel”, een woord dat we bewust hebben gekozen omdat dit beter aansloeg dan het woord ‘dieet’.” Anne: “We vroegen hen o.a. naar hun mening over het vervangen van dierlijke voedingsmiddelen door plantaardige alternatieven. Ook hierin hebben we op onze woordkeuzes moeten letten, in een van de eerste sessies bleek namelijk dat men vaak niet eens wist wat een eiwit was. De betekenis van het synoniem ‘proteïne’ kenden al helemaal vrijwel niemand. Dat hadden we vooraf niet verwacht.” Marije: “Met onze vragen moesten we echt beginnen bij de basis, ‘Wat zijn eiwitten?’, ‘Waar zitten eiwitten in?’, zoals Anne ook al aangaf verbaasden we ons echt hoe weinig mensen hiervan af wisten. Een enkeling kon vertellen dat eiwitten in vlees zitten en nog minder mensen wisten dat het bijv. ook in kwark zit, maar verder dan dat kwam men niet!”. Anne voegt toe: “De enige mensen die iets wisten van eiwitten waren ooit al eens, door ziekte, in contact gekomen met een diëtist die hen het belang van eiwitten had uitgelegd.” Marije vult verder aan: “Een van onze aanbevelingen was dan ook dat er vanuit de overheid, de zorg en bedrijven meer aandacht zou moeten gaan naar de educatie van de consument. Dat begint al bij de basis: wat zijn eiwitten, waarom zijn eiwitten belangrijk, waar zitten eiwitten in? Etc. Om nog maar te zwijgen over de educatie op het gebied van plantaardige eiwitten…”.

Vaak wist men niet eens wat een eiwit was!

Wat waren de meningen over de plantaardige eetwissel? 

Marije: “Onze onderzoekspopulatie bestond met name uit actieve 55-plussers. We zagen dat een plantaardig dieet binnen deze groep een negatieve associatie heeft. Zo vonden deelnemers plantaardige voeding onaantrekkelijk, minder smaak hebben en werden vleesvervangers gezien als onsmakelijk of nep. Ze beschouwen een plantaardig dieet als ‘onvolledig’. Eén iemand gaf zelfs aan dat hij vond dat mensen die een vegetarisch dieet volgden er maar ‘grauw’ uit zagen. Dat vond ik echt bizar!”. Anne: “We merkten dat leeftijd in zekere mate een rol speelt bij de acceptatie van de plantaardige eetwissel: hoe ouder, hoe meer weerstand. Er leek binnen deze groep een bepaald taboe te liggen op het plantaardig dieet, maar desondanks waren er toch een aantal mensen geïnteresseerd. Ze wilden hier graag meer over weten, maar waar zij dan weer tegenaan liepen was dat ze vaak niet wisten hoe.”

Een iemand gaf zelfs aan dat hij vond dat mensen die een vegetarisch dieet volgden er maar 'grauw' uit zagen. Dat vond ik echt bizar!

Marije vult aan: “Het hebben van een rolmodel, iemand in de naaste omgeving die de plantaardige eetwissel al heeft gemaakt, leek voor een aantal mensen erg te helpen. Ook het hebben van kennis over een verantwoord voedingspatroon en de functies van eiwitten, een aangename smaak en inzicht in de milieu- en gezondheidsvoordelen van plantaardige voeding waren factoren die bijdroegen aan het maken van eetwissels.” Anne: “We hebben in onze scriptie een aantal aanbevelingen gedaan die het mogelijk maken omplantaardige recepten makkelijk te kunnen opzoeken, of een vervanger voor een vleesproduct te kunnen vinden. We denken dat deze groep daarvan zou kunnen profiteren.”

 

Wat is jullie conclusie n.a.v. dit onderzoek? 

“De eetwissel moet bij de basis worden aangepakt. Het begint met de uitleg wat een eiwit is en waarom het belangrijk is. Men heeft ook behoefte aan meer uitleg over de plantaardige eetwissel en de voordelen daarvan. We zien dat mensen van onze leeftijd hier veel meer mee bezig zijn, de kennis over deze onderwerpen mist echter nog bij de generatie van onze ouders en die daarboven.” legt Anne uit. Marije vult aan: “We zagen dat de 55-plussers nog veelal sceptisch tegenover de eetwissel staan. Zij moeten eerst weten wat de voordelen hiervan zijn en hoe zij dit moeten toepassen, willen zij overstag gaan. Ze hebben hier hulp bij nodig. We hebben gezien dat mensen die reeds in contact zijn geweest met een diëtist het belang van eiwitten goed begrijpen, maar voor de eetwissel is het belangrijk dat hier meer aandacht voor komt.”

 

Anne en Marije waren positief verrast dat er ook binnen de medische voeding steeds meer naar plantaardige voeding wordt gekeken. Wilt u ook meer weten over onze veganistische sondevoeding? Klik dan hier.

Plantaardige eiwitten: nog een wereld te winnen
Main Category
Article Type
Image Type Desktop
Plantaardige eiwitten: nog een wereld te winnen
Medical Speciality
Anonymous access
Uit

Slikproblemen bij patiënten met spinale musculaire atrofie (SMA)

In dit proefschrift onderzochten ze problemen met kaak-, kauw- en slikproblemen bij kinderen en volwassenen met SMA. De slikfunctie van baby's met SMA die het geneesmiddel nusinersen had gebruikt werd onderzocht. Daarnaast werd de slikfunctie van adolescenten en volwassenen onderzocht door middel van klinische kauw- en sliktests, röntgenslikonderzoek en spierechografie van de spieren van het mondgebied. Lees meer over de resultaten van het onderzoek.

Dit proefschrift is het resultaat van onderzoek verricht op het Spieren voor Spieren Kindercentrum Polikliniek en het SMA Centrum Nederlands van het UMC Utrecht, Nederland. De promotoren zijn Prof. dr. W.L. van der Pol en Prof. dr. E. Gerrits en copromotor dr. Dr. L. van den Engel-Hoek. Het proefschrift is op 18 januari 2024 verdedigd door Anne Marise Barbara (Marise) van der Heul.

Lees meer

Spinale musculaire atrofie (SMA) is een zeldzame en erfelijke neuromusculaire ziekte die wordt gekenmerkt door progressieve spieratrofie, spierzwakte en een verminderd uithoudingsvermogen van spieren bij repeterende bewegingen. SMA kan slikproblemen veroorzaken, d.w.z. een verstoring van het slikproces (zuigen, kauwen en slikken). Dit heet ook wel dysfagie. Hierdoor kost het meer moeite en energie om voeding binnen te krijgen.
In het proefschrift van A.M.B. van der Heul 2023, werd onderzocht of kinderen en volwassenen met SMA problemen hadden met kaakbewegingen, kauwen en slikken. Uit een inventariserende studie bleek dat deze klachten vaker werden gemeld door patiënten met de ernstigste vormen van SMA, maar vanaf de leeftijd van 30 jaar ook door patiënten met de mildere vorm van SMA.
De slikfunctie van 27 adolescenten en volwassenen met SMA werd vervolgens onderzocht door middel van klinische kauw- en sliktests, röntgenslikonderzoek en spierechografie van de spieren van het mondgebied. De onderzoeken toonde aan dat patiënten een lange kauwduur hadden en een snel optredende vermoeidheid tijdens het kauwen. Uit slikonderzoek bleek dat zij slechts kleine hapjes of slokjes konden slikken. Restjes voeding in de keel wees op inefficiënt verlopende slikacties. Daarnaast gebeurde het dat voedsel onbewust vanuit de keel terug naar de mond werd getransporteerd om het daarna nogmaals te slikken. Dit verhoogt het risico op aspiratie waarbij voeding niet in de slokdarm maar de luchtwegen terecht komt.
Baby’s met de ernstigste vorm van SMA raakten snel vermoeid en verslikten zich tijdens het drinken. Baby’s met SMA die met het nieuwe SMA geneesmiddel nusinersen werden behandeld werden vaak motorisch sterker, maar de slikfunctie verbeterde niet blijvend.
Het proefschrift sluit af met aanbevelingen voor de zorg en behandeling van dysfagie bij baby’s, adolescenten en volwassenen met SMA.

Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit Utrecht op gezag van de rector magnificus, prof. dr. H.R.B.M. Kummeling, ingevolge het besluit van het college voor promoties in het openbaar te verdedigen op 18 januari 2024 door A.M.B. (Marise) van der Heul.

Nestlé Health Science heeft financieel bijgedragen aan het afdrukken van de proefschrift.

Slikproblemen bij patiënten met spinale musculaire atrofie (SMA)
A.M.B. (Marise) van der Heul
Slikproblemen bij patiënten met spinale musculaire atrofie (SMA)
Main Category
Article Type
Image Type Desktop
Slikproblemen bij patiënten met spinale musculaire atrofie (SMA)
Medical Speciality